De wisent (Bison Bonasus) is het grootste levende zoogdier op het Europese continent. Deze stoere Europese bizon valt onder de holhoornigen. Sinds 2007 is de wisent weer in Nederland.
Kennis maken met de wisent?
De wisenten leven vanaf het voorjaar van 2016 op het terrein van Staatsbosbeheer op de midden Veluwe en hebben inmiddels de tijd gekregen om aan hun nieuwe leefomgeving te wennen. De wisent zien in de natuurlijke leefomgeving? Dat kan onder begeleiding van een deskundige gids. Over excursiemogelijkheden is meer te lezen op deze website onder reserveringen. Voor vragen kunt u het contactformulier invullen.
Kenmerken
Wisenten hebben een egaal kastanjebruine vacht die een perfecte camouflage vormt in een bosrijke omgeving. Kalfjes hebben bij de geboorte een roodachtig-grijze vacht die pas na zes á zeven maanden kastanjebruin wordt. De zomervacht is kort en glad. In de winter worden de haren langer en ruiger met een dichte ondervacht. De dieren krijgen ‘s winters ook een ‘baard’ aan keel, hals en kin en op het achterhoofd groeit een brede haardos. De dieren zijn goed herkenbaar aan de hoge rug, slanke bouw en korte, naar boven gekromde horens.
Over het algemeen zijn volwassen stieren het grootst en het zwaarst. De koe is minder groot en zwaar en heeft kortere horens. Stieren worden tot 900 kg zwaar en tot twee meter hoog. Koeien wegen tot 600 kg en worden 1,75 m hoog.
Historie
Het leefgebied van de wisent omvatte Noord-Spanje tot Zuid-Zweden en Zuid-Engeland in het westen tot de Kaukasus in het Oosten. Ooit waren wisenten ook in Nederland. Op de bodem van de Noordzee zijn wisentbotten gevonden, die stammen uit de periode vlak na de laatste ijstijd. Zo’n 1000 jaar geleden verdween de wisent echter uit Nederland. In de Belgische Ardennen waren wisenten nog tot de veertiende eeuw aanwezig, net als in andere Europese middelgebergtes. De laatste wilde exemplaren in Europa stierven in 1926 in de Kaukasus. Dieren die nog in gevangenschap leefden vormden de basis voor nieuwe kuddes in de vrije natuur.
Momenteel zijn er nog een paar duizend. De grootste kuddes wisenten leven in Oost-Europa. Bijvoorbeeld in Polen (Bialowieza National Park) en Wit-Rusland. Er zijn oa ook kleine wisentgroepen uitgezet in Duitsland (Rothaargebirge), Denemarken (Bornholm), Roemenië en Spanje (Palencia).
Leefomstandigheden
Wisenten leven in kleine kuddes tot maximaal 20 dieren. Deze kuddegrootte is echter afhankelijk van het leefgebied en de leefomstandigheden. In de winter zijn de kuddes vaak groter. Zodra het lente wordt deelt de kudde zich in kleinere groepen. Koeien en hun nakomelingen leven samen in groepjes, geleid door een oudere koe die bepaalt waar en wanneer er wordt gegraasd, gedronken en geslapen. Stieren leven solitair of in kleine groepjes (twee tot zeven). Stierengroepjes bestaan uit jonge en oudere stieren met een sterke rangorde. In de bronsttijd ontlopen jonge en erg oude stieren de dominante stieren omdat die geen concurrenten in hun nabijheid dulden.
Voedsel
De wisent eet naast gras ook kruiden, blaadjes, jonge loten, bast, eikels en bessen. De wisent lijkt vooral ‘s winters zijn grasdieet aan te vullen met bomen en houtachtige struiken. Zij schillen de bast van een boom en ze graven met hun voorpoten naar wortels van grassen, bomen en struiken. Wisenten zijn herkauwers en nemen graag een zandbad. Ook schuren zij vaak hun vacht aan grote bomen. Er wordt ook tegen bomen geschuurd als markering van hun territorium.
Voortplanting
Een koe is geslachtsrijp na drie of vier jaar. Een stier na vier jaar. De bronsttijd valt in augustus en september. De mannetjes voegen zich dan bij de vrouwelijke kuddes en strijden om een vrouwtje. Na een dracht van 41 weken werpt de koe in mei-juni één of twee kalveren. Wanneer er meerdere kalfjes in een kudde zijn, worden deze in een soort ‘crèche’ grootgebracht met een ouder dier als oppas.
Vlak voor de geboorte trekt de moederkoe zich terug uit de groep en werpt daar het kalf. Na een week is het sterk genoeg om met de kudde mee te lopen en dan sluiten moeder en kalf zich weer bij de kudde aan. Vrouwelijke kalfjes blijven in de kudde; wanneer deze te groot is geworden splitst een oude koe zich met haar nakomelingen af en sticht een nieuwe kudde. Mannelijke kalfjes verlaten in hun pubertijd de kudde. Wisenten worden rond 25 jaar oud.
Sporen
In zandige gebieden maken wisenten zandbaden: open ronde of ovale plekken waar alle vegetatie verdwenen is. Ook maken zij vraatsporen. Vooral ‘s winters eten wisenten bast en worden bomen en struiken van bast ontdaan tot een hoogte van 2,5 meter. De sporen zijn herkenbaar aan de relatief grote tanden in vergelijking tot herten. Vaak worden repen bast van de boom of struik afgetrokken. De loopsporen zijn grote halfronde hoefafdrukken (ongeveer 13 cm lengte) als twee halve maantjes met de open kant naar elkaar toe. De voorkant is wat meer afgerond en de achterkant wat spitser en moeilijk te onderscheiden van een rund.